In de tijd dat ik in de gemeenteraad zat (1997 – 2010) hadden we vaak felle debatten over het voordeur- en achterdeur beleid rond wiet en coffeeshops….
Het motief voor het beleid was de wens om de handel in hard- en softdrugs te scheiden. Daardoor zouden jongeren vooral, minder gemakkelijk het slachtoffer worden van de drugshandel, die uiteindelijk het meest belang heeft bij het verkopen van de duurste producten, cocaïne en heroïne e.d. En die scheiding was succesvol.
De straathandel van drugs was per definitie handel in hard drugs en kon stevig worden aangepakt.
Het rare was natuurlijk dat je wel een paar gram wiet mocht kopen, maar dat aanvoer van wiet en hasj verboden was, en daarmee eigenlijk ook de verkoop. In de tijd dat de bijbel werd geschreven heette dit nog “wonderbare vermenigvuldiging”.
Om het beleid toch uit te kunnen voeren, was het dus nodig om vanuit de politie en Openbaar ministerie net te doen of die aanvoer niet gebeurde; zo je wilt…. gedoogbeleid.
De aanvoer langs de achterdeur van de coffeeshops was verboden en ook het kweken was verboden. Daarmee was dus een nieuwe bron van illegale kweek, een nieuwe criminaliteit geboren. De aanvoer langs de achterdeur werd “gedoogd” maar niet het kweken. Uiteindelijk maakte zich een groep criminelen meester van de kweek- en distributie aan coffeeshops. Mensen in armoede werden gemakkelijk verleid of zelfs gedwongen om kwekerijen op zolder toe te staan.
In de loop van de tijd bleek dat steeds sterkere wiet werd gekweekt. De veredeling en toenemende concentratie van de roesverwekkende stof THC e.d. werd langzamerhand wel een probleem.
Die debatten en politieke twisten gingen over het fundamenteel verschil van inzicht tussen de politieke partijen over de wenselijkheid van coffeeshops.
Het standpunt en de visies van vooral het CDA wijzigde in de loop van de tijd.
Van accepteren van het beleid van scheiding van de soft- en harddugsmarkt wijzigde het CDA zijn standpunt naar kilometercirkels rond coffeeshops, strenger beleid tegen de eigenaren van de coffeeshops, pogingen de openingstijden te beperken. Uiteindelijk durfde het CDA onder de mantel van toenemende intolerantie in de samenleving het aan om te pleiten voor het sluiten van alle coffeeshops. Dat daarmee de enorme verworvenheden van het beleid ook verdwenen lijkt het CDA niet veel uit te maken. Aardig is ook altijd de parallel met alcohol. Over het algemeen zijn CDA’ers goed bestand tegen een glas whiskey extra. Maar softdrugs moeten worden veboden.
Ondertussen heeft nieuw regeringsbeleid alle verworvenheden van het drugsbeleid laten varen. Er zijn passen gekomen voor de gebruikers van softdrugs. de Wietpas…..
De PvdA pleit nu gelukkig weer voor een toleranter beleid.
Ik ben het daarmee eens. Legaliseer alsjeblieft het kweken van wiet, reguleer het en zorg ervoor de voor- en achterdeurbeleid wordt geregeld. Dan kun je ook de sterkte van de producten en het THC gehalte goed sturen.
links: NRC 12 mei 2012; Trouw aug. 2012; PvdA wil legalisering